Nederlandse index
Homepage
English index

 

- 20 -

 

tot slik opgelost. Tusschentijds gaat men met een gebogen ijzerdraadje langs de wand. Het opgeloste slik laat men wegloopen, waarna men het reservoir eenige malen met heet water naspoelt. Men lette er vooral goed op, dat geen dampend zoutzuur op blanke motordeelen, dichtingsvlakken, handen of kleeren valt. De vulopening mag vanwege het onstaan van gas niet gesloten worden.

§ 39

Reiniging van de radiateurcellen.

Nadat het ketelsteen is verwijderd uit de koelmantels, moeten ook de radiateurcellen gereinigt worden; men lost 2 kg. sterke soda op in een emmer helder water, giet de oplossing in de leege koeler en vult met schoon water aan. Nu laat men de motor als volgt afwisselend loopen en rusten; 1/2 uur loopen, 1 uur rust, 1 uur loopen, 1/2 uur rust. Spoel daarna zoolang na, totdat het water geheel schoon blijft, vul de koeler dan nog eens en laat de motor wederom 1/2 uur loopen, daarna weer leeg laten loopen en grondig naspoelen. Na 20 uur vorenstaande weer geheel te herhalen.

Uitwendig moet de koeler steeds uiterst schoon worden gehouden. Droog stof wordt door ruggelings laten loopen van de motor (zie par. 18) weggeblazen, vastgezet vuil verwijdert men met een waterstraal. Bij erge vervuiling of verontreiniging door olie moeten de cellen worden weggenomen, in een heete soda-oplossing grondig gereinigd en met een sterke straal water nagespoeld worden. Bij het weder monteeren lette men erop, dat boven en beneden en aan beide zijden een dichtingsring wordt aangebracht. Bij lekkage moet dit worden tegengegaan door vernieuwing van de dichtingen en niet door het overmatig aandraaien van de pakkingmoer, waardoor de draad beschadigd kan worden.

§ 40

Ventilatorriem

De ventilatorriem moet juist gespannen zijn, daar een te los gespannen riem oververhitting van de motor en een te sterk gespannen riem een abnormale slijtage van de lagers van den ventilator veroorzaken zou. Een juist gespannen riem moet iets los zijn, mag bij stilstand niet doorzakken en in het bedrijf niet in aanraking komen met de beschermkap.

 

- 21 -

 

Bijspannen: Men draait de moer "c" (afb. 19) van de ventilatorriemschijf los met de bij het gereedschap aanwezigen haaksleutel, schroeft daarna het voorste gedeelte "d" van de rienschijf (afb. 19 en 20) af en neemt een van de tusschengelegen schijfjes "e" weg. Hierna monteert men het voorste gedeelte wederom, trekt het vast aan, legt de weggenomen schijf tusschen moer "c" en voorste riemschijfhelft "d", schroeft moer "c" vast en trekt ze eveneens vast aan. Wanneer men door het wegnemen van één schijf nog niet voldoende spanning verkrijgt, dan kan nog een tweede schijf worden weggenomen. De schijven mogen niet worden weggegooid, maar moeten, zooals reeds gezegd, bewaard worden.

Aan de riem mag geen olie of vet komen. Indien de tractor gedurende de winter niet wordt gebruikt, neemt men de ventilatorriem af en bergt ze op een niet te koude plaats op.

 

 

Vorige pagina

Start van de handleiding

Venster sluiten

Volgende pagina