Nederlandse index
Homepage
English index

 

- 18 -

 

De door sterke afkoeling koud geworden motor wordt voor de inbedrijfsstelling door het ingieten van warm water en het voorzichtig voorwarmen van de brandstofpomp en -leidingen met de voorwarmlamp, soepeler gemaakt.

Het verdient aanbeveling het afgetapte water de volgende dag weer in de koeler te gieten, daar dit niet zoo gauw tot ketelsteenvorming leidt als versch water.

Een zeer goed anti-vriesmiddel is "glysantin", hetwelk bij den vertegenwoordiger is te verkrijgen.

§ 36

Radiateur-afdichtingsplaat

Een ondichte of beschadigde radiateur-cel moet worden

 

 

verwijderd, nadat het koelwater is afgetapt en worden vervangen door de medegeleverde radiateur-afdichtingsplaat "h" (afb. 18) en de eveneens medegeleverde afstandsbus "k". Het aanbrengen geschiedt in de volgende volgorde (zooals in afb. 18 aangegeven): boven en beneden elk een dichting "i", boven en beneden elk een afstandbus "h", boven en beneden nog een dichting "i", tenslotte boven en beneden de bevestigingsmoer.

 

- 19 -

§ 37

Koelerafdichting.

De motor vereischt een warmte van het koelwater van ca. 70 à 90 ° C. Daarom is het noodzakelijk in het begin, bij koud weer en lichte belasting de kleppen gesloten te houden (afb. 11). Bij zeer koud weer moeten de radiateur en koeler door een kleed worden afgedekt. De afdekplaten kunnen volgens afb. 11 in verschillende standen worden aangebracht.

§ 38

Het reinigen van het koelwater-reservoir.

Bij gebruikmaking van hard water zonder toevoeging van een middel tegen ketelsteen zet zich op de wanden van het reservoir ketelsteen aan, hetwelk regelmatig verwijderd moet worden om oververhitting tegen te gaan. Om te controleeren, of het ketelsteen is aangezet, verwijdert men de klepschroef in afb. 55a van de cylinderkop.
Het verwijderen van ketelsteen. Men schroeft de brandstofsproeier, smeltprop-veiligheidsschroef en de eerdergenoemde klepschroef los. Men neemt de cylinderkop van de cylinder af (zie par. 65) en neemt de hoekplaat van de vooras (deel 1 afb. 55) van den cylinder af. Hierdoor wordt een plaatijzeren deksel toegankelijk, hetwelk na verwijdering een groote ruimte aan de onderzijde van de cylinder vrijmaakt.
Voor zoover mogelijk, wordt het ketelsteen met het aanwezige gereedschap van de wanden van het koelwater-reservoir door licht kloppen en schrapen losgemaakt. Dan schroeft men de afdekplaat er wederom op, waarbij de schroefdraad met een beetje menie en hennep wordt afgedicht. Voor het verdere reinigen van de waterruimte sluit men de 7 doorlaatopeningen voor koelwater met houten proppen, verwijdert de 8 koelerelementen en vult de waterruimte van de cylinder met dampend zoutzuur (normale handelskwaliteit).
Voor het reinigen van de waterruimte van den cylinderkop stopt men eveneens de 7 waterdoorlaatopeningen met houten stoppen dicht en giet zoutzuur (gebruikelijke handelskwaliteit) in de opening, welke zich daar bevindt, waar de sproeier ingeschroefd wordt (afb. 55a). Opdat het zoutzuur ook in het bovengelegen gedeelte van de koelwaterruimte kan inwerken, dient men de cylinderkop ietwat scheef te plaatsen.
Na ongeveer 4 à 6 uur is het ketelsteen door het zoutzuur

 

Vorige pagina

Start van de handleiding

Venster sluiten

Volgende pagina