- 24 -

De circulatie-olie daarentegen loopt door de leiding S2 naar het boscholie-apparaat, vanwaar het naar de cylinder gaat voor smering van de zuigers en zuigerveeren.

§ 43

Bosch-olie-apparaat.

Het onder de linker vliegwielkap tusschen vliegwiel en krukhuis gemonteerde boscholieapparaat (afb. 22) wordt door de motorkrukas door 2 tandwielen aangedreven en dient voor het smeren van de krukas-hoofdlagers en het drijfstanglager. Het apparaat bevat 4 kleine zuigerpompen, die de olie naar de krukas, hoofdlagers, drijfstanglager en naar de cylinder ter smering van zuiger en zuigerpen persen.

Het boscholieapparaat is zoo ingericht, dat aan de cylinder een hoeveelheid olie wordt toegevoegd, welke overeenkomt met de schommeling in de belasting. Deze bijzondere inrichting is met de brandstofhefboom direct gekoppeld.
Aan de stand van het boscholieapparaat en aan de stangen, die dit toestel met de brandstofhefboom verbinden, mag niets worden veranderd.

- 25 -

§ 44

Het voorpompen van smeerolie.

Voor het inbedrijf stellen der nieuwe machine, als ook na langere stopzetting, demontages en vooral, wanneer de veiligheidsprop gesmolten is, moet, voor met het werk begonnen wordt, olie met de hand worden voorgepompt, tot de olieleidingen gevuld en de smeerplaatsen van olie zijn voorzien. Opdat de olie ook de zuigerbouten bereikt, moet de brandstofhefboom "B" (afb. 5) in de eerste stand gebracht worden en de krukas na verwijdering van de veiligheidsprop zóó gedraaid worden, dat de spie van het vliegwiel "K" naar achteren gericht is (afb. 7). Dan brengt men de meegeleverde handkruk door de in afbeelding 8 getoonde opening in de linker vliegwielkap op het vooruitspringende aseinde van het boscholieapparaat en pompt ongeveer 160 tot 180 omwentelingen langzaam (niet meer dan 60 omwentelingen per minuut), waarbij men de handkruk voortdurend naar binnen moet drukken, opdat de tandwielaandrijving wordt uitgeschakeld. Voor men haar uittrekt, moet men de handkruk een omwenteling naar achteren draaien zonder druk, zoodat het olie-apparaat weer met de tandwielaandrijving wordt gekoppeld.

§ 45

Het aftappen, reinigen en opnieuw vullen van het oliereservoir.
Na de eerste 100, dan na iedere 300 bedrijfsuren laat men de smeerolie uit de reservoirs wegloopen. Hiervoor moet men de aftapschroeven uitschroeven, die beide aan de linkerkant van het brandstofreservoir zitten (voorste schroef voor circulatieolie, achterste schroef voor versche olie). Daarna verwijderd men de zeef (f, afb. 21), de schroefdop met de oliefilter L en wascht beide afdeelingen van het oliereservoir met petroleum uit. Tenslotte maakt men beide gedeelten met een vezelvrijen doek met behulp van een stok droog (achterblijvende petroleumresten zouden de smeerolie verontreinigen en het smeervermogen verminderen).
Bij deze gelegenheid moet men ook de viltplaten-oliefilter schoonmaken aan de hand van par. 48.

§ 44

Smeeroliecirculatie.

De bodemplaat "2" van de krukkamer (afb. 23) is als voorassteun en als oliebak uitgevoerd.