Nederlandse index
Homepage
English index

 

- 14 -

 

§ 26

Het achtergebleven vuil in de gloeikop moet telkens worden verwijderd (zie par. 64).

§ 27

De knaldemper moet elke week uit elkaar genomen worden. Het stootbord mag onder geen voorwaarde worden weggelaten (zie par. 69).

§ 28

Het olie-terughaalgleufje moet wekelijks worden gereinigd volgens par. 47.

§ 29

De tractor moet minstens alle 14 dagen uitwendig worden gereinigd.

§ 30

De inhoud van den luchtfiltermoet dagelijks worden gecontroleerd op vervuiling en - indien noodig - gereinigd en bevochtigd met olie volgens par. 68.

§ 31

Het verdient aanbeveling, de nieuwe tractor eenige dagen zeer licht te belasten, zoodat alle deelen goed inloopen. Gedurende de eerste 100 bedrijfsuren mag de machine onder geen voorwaarde overbelast worden.

Na deze 100 uren moet de olie ververscht worden volgens par. 45.

- 15 -

 

Bedienings-voorschriften.
Koeling.

 

§ 32

Het koelwater.

Het koelreservoir moet tot aan de rand van de zeef met zuiver, zacht water (regenwater) gevuld worden. Het zeefje moet beslist in de vulopening blijven zitten. Kalkhoudend en vuil water beinvloeden wegens het aanzetten van ketelsteen resp. slib, de koeling aanmerkelijk. Dit leidt tot schadelijke oververwarming van de motor en verhoogd waterverbruik.

Om de ketelsteenvorming tegen te gaan, kan een chemisch middel, b.v. "Anti" worden toegepast, dat van de vertegenwoordiger kan worden betrokken.

§ 33

Het bijvullen van koelwater.

Het deksel mag alleen geopend worden om de waterstand te controleeren (dagelijks voor inbedrijfsstelling); het moet gedurende het bedrijf gesloten zijn. Wanneer de motor warm is, moet men het deksel zeer voorzichtig openen, opdat men geen heet water in het gezicht of op de handen krijgt. Wanneer men gedurende het bedrijf koelwater bijvult, moet men goed opletten, dat geen koud water op de heete cylinderkop komt, daar deze door de plotselinge afkoeling kan scheuren.

§ 34

Veiligheidssmeltprop.

In de cylinderkop is de in afb. 6 aangegeven smeltprop aangebracht. Bij schadelijke oververhitting van de motor smelt prop "a" en de motor blijft sissend staan. De smeltprop kan gemakkelijk worden vervangen. De nieuwe prop moet met de hamer worden ingeslagen (zie afb. 15). Men gebruike alleen origineele proppen, waarvan het raadzaam is steeds eenige in voorraad te houden.

 

Vorige pagina

Start van de handleiding

Venster sluiten

Volgende pagina