CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK XXV — RUPSTREKKERS

 

Paragraaf 100

ALGEMENE SAMENSTELLING VAN RUPSTREKKERS (Afb. A 118)

 

In fig. 1 is de krachtoverbrenging van een Caterpillar-trekker afgebeeld. De krukas van de viercilinder dieselmotor is 5 x gelagerd en brengt de kracht van de motor over op het vliegwiel, waartegen de koppeling is aangebouwd; hierachter bevindt zich de versnellingsbak. De kracht van de motor wordt bij ingeschakelde koppeling en versnellingsbak door middel van konische tandwielen overgebracht op een dwarsas, waarop beide stuurkoppelingen zijn aangebracht.

Wanneer deze ingeschakeld zijn, drijven ze elk een rondsel van de eindaandrijving aan, waardoor de grote kettingwielen waarover de schakels van de rupsketting lopen, aangedreven worden.

Voor de besturing treffen we in het midden twee stuurhefbomen aan, welke op de stuurkoppelingen werken. Aan de linkerkant is de koppelinghefboom zichtbaar waarmee men de vliegwielkoppeling in en uit kan schakelen. In fig. 2 van afb. A is een opengewerkte tekening van de David Brown rupstrekker weergegeven.

Deze trekker is uitgerust met een zescilinder dieselmotor. De verschillende organen van het brandstofsysteem zijn in de figuur zichtbaar, zoals brandstofpomp met vacuumregulateur (17), verstuivers en oliefilter (19). Het luchtfilter (18) is tussen frame en motorcarter aangebracht.

Achter de koppeling (21) is een vertraging (22) aangebracht. Vanaf het eerste tandwiel kan een riemschijf worden aangedreven. De aftakas wordt vanuit de versnellingsbak aangedreven en kan met de handel (10) in- en uitgeschakeld worden. Met handel 11 kan een grote of een kleine vertraging gekozen worden; met handel 12 kan uit 3 versnellingen vooruit en 1 achteruit gekozen worden.

Achter de versnellingsbak is een speciaal differentieel aangebracht welke het sturen mogelijk maakt.

Met de remschijven (14) kunnen de rupsbanden onafhankelijk worden geremd om bochten te kunnen maken.

De aandrijving gaat via de eindaandrijving over op de kettingwielen. Deze lopen over de rupsbanden waardoor de trekker wordt verplaatst.

 

 

 

 

 

 

Blad 218 — Zie hierbij Afb. A 118

 

Blad 217           Blad 219

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010