fig. 6-IX Doekspanner platformdoek. De beide lagers van
de
wals worden door de schuinstaande armen
verschoven.
De armen passen met moeren op de
linkse
en rechtse draad van de schroefspindel
Het platformdoek en de beide elevatordoeken hebben in leirails
lopende latten, die het gewas meenemen. De transportsnelheid van de laatste
is groter dan die van de eerste, zodat opstoppingen worden vermeden. De
bovenste elevator kan, om zich bij de hoeveelheid gewas aan te kunnen
passen, om de as van de bovenste rol scharnieren.
Op de overgang elevator-bindtafel is een draaiende rol aangebracht om
vastlopen van het gewas tegen te gaan, fig. 5.
De doeken lopen op rollen. Bij het platform is de buitenste rol om het
doek te kunnen spannen veelal verschuifbaar, fig. 6.
De doekeinden zijn door riemen of rubberringen aan elkaar bevestigd. Het
is belangrijk de losse flap correct vast te binden.
Bij eendoeksbinders is de elevator soms door een opvoerrol
vervangen, fig. 2; bij andere ontbreekt ook deze.
fig. 5-IX
het bindapparaat
De op de bindtafel gekomen halmen worden aan het voeteinde door de
bossenklopper gelijk gestuikt, fig. 7, en door de pakkers tegen de afslag
(tegenhouder) en de stroveren gebracht, fig. 8.
Zodra er voldoende materiaal is wordt de afslag tegen de veerdruk in
achterover gedrukt en het bindapparaat ingeschakeld, waarna de bos wordt
gebonden en uitgeworpen.
fig. 7-IX Bossenklopper
1.
Verstelbare steun
2.
Bossenklopper
3.
Aandrijfkrukas
