Nederlandse index
Homepage
English index

 

- 20 -

Het bezinksel in de brandstoftank moet zo nu en dan door het open draien van de aftapkraan afgetapt worden. Net zo lang laten stromen, totdat schone brandstof uitstroomt (volgens tekening No. 33).

Tijdens het schoonmaken van de brandstoftank of werkzaamheden aan het brandstofsysteem moet de afsluitkraan aan de brandstoftank gesloten zijn. Na het beëindigen van deze werkzaamheden het brandstofsysteem ontluchten (zie blz. 22).

OLIEFILTER SCHOONMAKEN

Het lamellenfilter moet bij iedere motorolie-verversing schoongemaakt worden (volgens tekening No. 34). Eeerst de aftapplug verwijderen. Vervolgens de moeren op het filterdeksel losdraaien en filterelement uitnemen. Door de hefboom aan het element linksom te draaien kan het element uit elkaar genomen worden en de afzonderlijke delen in schone dieselolie worden schoongemaakt. De zeef met de borstel schoonmaken, die bij het gereedschap is meegeleverd. De onderdelen in omgekeerde volgorde weer in elkaar zetten. Bij olie-lekkage langs de filter-spil moet de pakkingbus nagetrokken worden.

De carterpan na elke 300 bedrijfsuren demonteren en met dieselolie uitwassen. Tegelijkertijd de zeef aan de oliepomp schoonmaken. (volgens tekening No. 35)

De banjo-bout in de cylinderkop (olietoevoer) moet na elke 100 bedrijfsuren verwijderd, schoongemaakt en de doorlaatopening gecontroleerd worden (volgens tekening No. 36).

LUCHTFILTER SCHOONMAKEN

Het filtreren van de lucht verlengt de levensduur van de motor aanzienlijk. Een voorwaarde hiervoor is een regelmatig onderhoud, zoals onderstaand beschreven wordt:

Het olieniveau in de filterpot moet tijdens het droge jaargetijde dagelijks, op zijn minst bij iedere olieverversing gecontroleerd worden. Het olieniveau mag niet boven of beneden de normale stand staan (volgens tekening No. 37).

- 21 -

Wanneer het olieniveau boven de bovenste merkstreep gestegen is, of de olie dik en vuil geworden is, dan moet de inhoud ververst en de pot uitgewassen worden. (volgens tekening No. 38)

Vervolgens wordt de filterpot tot aan de merkstreep "Normaal" met motorolie gevuld. (volgens tekening No. 39)

Ook moet dagelijks de toevoeropening voor de lucht van aangekleefde bladeren, stro e.d. worden ontdaan. (volgens tekening No. 40)

De staalwolvulling blijft bij regelmatig onderhoud automatisch schoon. Indien het onderhoud is verzuimd en de olie in de filterpot deegachtig geworden is, dan moet het gehele filter worden schoongemaakt. In dit geval kan men het beste het filter demonteren, de filterpot verwijderen en het filter met de staalwol-vulling grondig schoonmaken in dieselolie. Bij het monteren moet op goede afdichting gelet worden, daar ongefiltreerde lucht de slijtage van de motor verhoogt.

Het stofglaasje van de stofafscheider (cycloon) moet regelmatig geledigd en schoongemaakt worden (volgens tekening No. 41).

 

KOELSYSTEEM SCHOONMAKEN

Ketelsteen verwijderen

Het aanwezige ketelsteen kan met FERROXAN volgens voorschrift verwijderd worden (zie gebruiksaanwijzing).

Schoonmaken

De lamellen van de radiateur vanaf de motorzijde met perslucht uitblazen of met water schoonspuiten, zodat deze grondig schoon wordt. De rubberen waterslang tussen de motor en de radiateur op lekkage controleren, zonodig vernieuwen. Voor het aftappen van het koelwater zijn twee aftappluggen aanwezig.

 

Vorige pagina

Start van de handleiding

Venster sluiten

Volgende pagina