Nederlandse index
Homepage
English index

 

§ 1 schoffelmachines

Algemene samenstelling: Men kan bij de schoffel-machine twee categorieën onderscheiden:
a. paardeschoffelmachines;
b. trekkerschoffelmachines.
De paardemachines worden steeds meer door trekker-machines verdrongen. In de groep paardemachines kan men nog twee hoofdtypen, die voor lichte gronden en die voor zwaardere gronden onderscheiden. Bij de eerste is alles lichter en vaak ook eenvoudiger geconstrueerd.
De paardeschoffelmachine voor lichte gronden, fig. 1, bestaat uit een eenvoudig raam met daarin een vierkante as, die om twee tappen kan draaien. Aan de vierkante as zijn parallellogrammen met schoffels gemonteerd. De machine rust aan de voorkant op twee dicht bij elkaar geplaatste voorwielen, die met een stuurstang kunnen worden gestuurd. De achterkant rust op twee op en neer verstelbare wielen. Men kan de as met de parallellogrammen met een handel verdraaien en zo de machine in en uit het werk stellen. De paardeschoffelmachine voor zware gronden, fig. 2: is meestal ook vierwielig. De spoorbreedte is hierbij voor en achter gelijk. De voorste wielen zijn zwenkwielen, verbonden door een spoorstang en kunnen met een stuurstang worden gestuurd. De schoffels zijn dicht achter de voorwielen gemonteerd, zodat zij de stuurbewegingen goed volgen.

 

Bij de trekkerschoffelmachine bestaat de machine in hoofdzaak uit een balk met schoffelwerktuigen, die voorop, onder of achterop de trekker kan zijn bevestigd. Voorheen werd, in navolging van de paardemachines, de schoffelbalk meestal onder de trekker bevestigd. Men kan hierbij de trekker als het raam van een vierwielige wiedmachine beschouwen. Hierbij werd er niet aan gedacht, dat de schoffelbalk wegens het motorcarter altijd betrekkelijk ver van de vooras kwam te zitten,

fig. 2-V Vierwielige schoffelmachine voor zwaardere
             grond

fig. 3-V

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina