- 72 -

§ 73

Reiniging van het drijfwerk.

Het drijfwerk incl. differentiëel en achterassen moet na de eerste 100 bedrijfsuren en daarna alle 1500 bedrijfsuren worden gereinigd, zooals omschreven in par. 49.

- 73 -

De remmen.

§ 76

Handrem.

De tractoren model N, P en S hebben een door hefboom "H" (afb. 5) gecommandeerd wordende vaststelbare drijfwerkrem (afb. 75), die dient om de tractor af te remmen bij riemaandrijving of bij het afgaan van een helling.

Bij het rijden in heuvelachtig terrein gebruike men de motor als rem. Hierdoor ontlast men de remmen. Indien men de kleinste versnelling inschakelt en de gashefboom van de tractor afsluit, verkrijgt men daardoor een remmende werking van de motor. Onder geen voorwaarde mogen aanhangwagens afgeremd worden door alleen de tractor te remmen. Elke aanhangwagen moet zijn eigen reminrichting hebben, die bij het rijden in heuvelachtig terrein direct in werking kan worden gebracht.

§ 77

Afstellen van de handrem.

Wanneer de hefboom van de handrem in de voorste stand staat, moet de remband geheel vrijliggen; bij verplaatsing van de hefboom naar het midden van het getande segment moet de remband aanliggen op de remtrommel. De handrem wordt op de volgende manier nagesteld: Men schroeft aan de remstangen de contramoeren van de moeren m1 en m2 (afb. 75) los en schroeft deze zoover naar boven, tot de handhefboom op het voorste derde gedeelte van de segmentlengte weerstand ontmoet (d.w.z. dat de remband aanligt). Bij voorsten stand van de hefboom moet de remband losliggen.