- 58 -
Indien er in de zuiger geen beweging te krijgen is na het
invullen van petroleum, moet men dit niet trachten te forceeren, doch
een deskundige met het geval belasten.
§ 68
Luchtfilter en voorfilter.
De tractoren N, P en S
vanaf No. 149028 zijn met een metalen filter uitgerust; zie aanhangsel
bladz. 98 (afb. 100).
Stof is de grootste vijand voor de tractor. Het is daarom van belang,
dat de door de motor aangezogen lucht grondig van zand en stof wordt bevrijd,
voordat het in de cylinder kan treden. Zand en stof, gecombineerd met
smeerolie veroorzaken een zeer sterke schurende werking, waardoor een
vlugge slijtage ontstaat. Bij een verstopten luchtfilter gaat de capaciteit
van de motor snel achteruit. Daarom is het noodzakelijk de luchtfilter
(afb. 57 - 65) steeds in orde te houden. Bij de tractoren type N,
P en S Nr. 125001 tot 149027 bevat het uit de
deelen 5 en 7 (afb. 57) bestaande inwendige van de luchtfilter een vulling
van cocos, hetwelk met olie is bevochtigd, waardoor zand en stof worden
tegengehouden. Ter verhooging van de werking van de luchtfilter is deze
voorzien van een verlengde luchtfilter-pijp (afb. 58), waardoor lucht
uit een hoogere stofvrije luchtlaag wordt aangezogen. Men moet dan ook
vermijden om ooit zonder deze luchtaanzuigpijp te werken. Het is voldoende
de luchtfilter na ca. 100 bedrijfsuren te reinigen, indien gewerkt wordt
in een omgeving met matige stofontwikkeling. Bij sterke stofvorming zal
men de luchtfilter zelfs om de 5 á 10 uur moeten reinigen. Dit
hangt vanzelfsprekend geheel af van de omstandigheden waaronder wordt
gewerkt. Indien de tractor dikwijls in een zeer stoffige omgeving moet
werken, is het aan te bevelen, één of meer luchtfiltervullingen
in voorraad te hebben, zoodat men erover kan beschikken zonder noemenswaardige
onderbrekingen tijdens het bedrijf. Buitendien is het aanbevelenswaardig,
de normale luchtaanzuigpijp door een dito met luchtvoorfiltreering (zie
afb. 59) te vervangen, welke men bij den vertegenwoordiger kan verkrijgen.
Deze voorfilter bestaat uit een plaatijzeren zeef, waaroverheen een stofzak
is getrokken (met riem vastgenoerd); op de buitenzijde van dezen stofzak
wordt het zich in de lucht bevindende stof tegengehouden. Voor het schoonmaken
wordt de stofzak eenvoudig afgenomen, uitgeklopt en weer geplaatst.
|
- 59 -
Reiniging van de luchtfilter met cocosvezels.
(Reiniging van de metalen luchtfilter zie Bladz. 98 van
het aanhangsel.)
Men opent de kap "1" (afb. 57), draait de vleugelmoer
los (zie afb. 60) en haalt het inwendige van de luchtfilter eruit, dan
verwijdert men de trommel "8" (afb. 57) en neemt de buitenste
zeeftrommel "7" af. De cocosvezel-vulling wordt uit elkaar getrokken,
in benzine, petroleum of ruwolie gewasschen en uitgespreid om te drogen.
Na grondige reiniging van de deelen "5" en "7" wordt
de binnenste zeeftrommel weer gemonteerd en met de pen gesloten. De goed
gedroogde cocosvezels worden tusschen de zeeftrommel gestopt en met een
stokje zóó verdeeld (afb. 62), dat ze goed doorlaten, maar
niet zoo los, dat er holle tusschenruimten ontstaan, wanneer de vezels
gedurende het bedrijf harder worden.
Om de cocosvezels weer met olie te bevochtigen, verwarmt men ongeveer
450 gr. olie van een goedkoop soort en wrijft deze met de hand over de
buitenste zeeftrommel (afb. 63). Wanneer circulatie-olie wordt gebruikt,
moet men deze eerst door een doek laten loopen, zoodat het vuil daarin
achterblijft.
|