CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK XXIII — TREK- EN HEFINRICHTINGEN

 

Werking T.C.U.

 

In fig. 3 is het werkschema van de hefinrichting met T.C.U weergegeven. De hefinrichting is vrijwel hetzelfde als die van fig. 1. Op de leiding naar de hefcilinder is een leiding aangesloten die naar het T.C.U.-regelhuis leidt. Dit regelhuis is in fig. 4 weergegeven en bevat o.a.:

a. De regelschuif (A) met klep waarmee het regelsysteem van het hefsysteem afgesloten kan worden.

b. De doorstroomregelklep (B) die het mogelijk maakt de druk in het systeem te verhogen, zodat de druk constant blijft en geen verandering van de hefzuiger plaats heeft.

c. De met de hand instelbare drukregelklep (C), die functioneert als een aderlating op de doorstroomregelklep. Ze ontvangt een beperkte hoeveelheid olie door de doorboring van de doorstroomregelklep.

Hiermede regelt men dus de druk.

Bij het openen van de regelschuif (A) wordt de doorstroomregelklep (B) rechtstreeks verbonden met de drukleiding van de pomp naar de hefcilinder. Er worden leidingen met grote doorsnede gebruikt om elke onnodige drukverandering, die eventueel kan leiden tot trilling van de terugslagklep, te voorkomen.

Op het moment dat T.C.U. in werking treedt is de klep B gesloten waartoe hij geholpen wordt door een slappe veer en zou de druk achter de hefzuiger kunnen oplopen. Dit is echter niet het geval want klep B heeft een nauwe doorboring waardoor de druk zich kan voortplanten naar de andere zijde van klep B. Als op beide vlakken dezelfde druk heerst is een evenwichtstoestand ontstaan en blijft de klep op zijn plaats door de druk van de veer.

Wordt de druk voor de kogelklep (C) te groot, waardoor deze van zijn zitting wordt gedrukt dan valt een gedeelte van de druk aan de linkerzijde van doorstroomregelklep B weg en zal de druk aan de rechterkant gaan overheersen omdat door het nauwe gaatje de evenwichtstoestand niet zo snel hersteld kan worden en zal B zich naar links verplaatsen. Nu komt opening D, welke in verbinding staat met het oliereservoir vrij, waardoor de olie van de pomp kan afvloeien naar het reservoir. Intussen herstelt zich aan de linkerzijde van klep B de druk weer met het gevolg dat de klep in zijn vorige stand komt te staan. Deze werking blijft zich steeds herhalen.

Door met het handwiel (E) de kogelklep (C) via de veer vaster op zijn zitting te drukken wordt de druk in het systeem hoger. De afstelling van het handwiel is afhankelijk van het gewicht van het werktuig dat aan de hefinrichting hangt.

Wordt de klep (C) te zwaar afgesteld bij een licht werktuig dan wordt het werktuig toch uit de grond gelicht. De werking van het T.C.U.-systeem kan nog met een eenvoudig voorbeeld geïllustreerd worden. Iemand probeert een aambeeld van 75 kg van het voetstuk te lichten. Hij is echter maar in staat 70 kg op te beuren, met het gevolg dat het aambeeld op het voetstuk blijft staan. De voeten van die persoon drukken echter 70 kg zwaarder op de grond. Een sterkere persoon kan meer dan 75 kg torsen met het gevolg dat het aambeeld van het voetstuk wordt gelicht. Met de T.C.U. is dit hetzelfde. Doordat in het systeem een lek aanwezig is, kan de pomp niet zoveel druk leveren dat het werktuig wordt geheven. Door het lek kleiner te maken (handwiel E indraaien) wordt de druk groter en wordt meer gewicht aan het werktuig onttrokken; wanneer deze druk groter dan het gewicht van het werktuig is zal dit omhoog gaan.

 

 

Blad 213 — Zie hierbij Afb. A 115

 

Blad 212           Blad 214

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010