Nederlandse index
Homepage
English index

 

fig. 50-IX

werking en algemene samenstelling
fig. 49

 

Het te maaien gewas wordt door de verdelers van de rest gescheiden en voor het afknippen bij legerende gewassen door de haspel en eventueel aanwezige arenheffers opgelicht. Na afknippen wordt het gewas onder de vijzel gebracht en door de beide schroef-gangen naar het midden gevoerd. Daar brengen gestuurde pennen het gewas naar achteren onder de toevoerketting, die het naar de dorsorganen transporteert. Het gewas wordt tussen de trommel en de mantel gedorst, waarbij een groot deel van het zaad en het kaf door de mantel op de toevoerbodem onder de mantel valt. Het langstro, vermengd met wat zaad en kort materiaal wordt over het mantelrooster op de stroschudder geworpen, die het langstro uit de machine voert. Zaad, e.d. vallen door de schudderzeef en worden via de schuddergoten naar het begin van de bovenzeef gevoerd. Het door de mantel gevallen materiaal wordt door de 'trapjes' van de schuddende toevoerbodem naar de reiniging gebracht. Door het schudden gaat het lichtere materiaal op het zwaardere drijven. Aan het eind van de toevoerbodem zit een tandenverlenging of een neuszeef.

Zaad en ander kort materiaal valt hier doorheen in de luchtstroom van de waaier; langer materiaal loopt gedeeltelijk over de verlenging heen en valt iets verderop, eveneens in de luchtstroom. De schuin omhoog gerichte luchtstroom, die ook door de zeven gaat, voert kaf en ander licht materiaal uit de machine. Het zaad valt door beide zeven heen naar de zaadvijzel. Stukjes aar en andere wat grovere zware delen lopen over de zeven heen en vallen door de bovenzeefverlenging of van de onderzeef direct in de terugvoervijzel. Het zaad wordt door de zaadvijzel naar de zaadelevator gebracht, die het naar de graantank of de opzakinrichting brengt. Het materiaal in de terugvoervijzel wordt via de terugvoerelevator óf weer naar de dorsorganen óf op de stroschudder gebracht. Bij machines met een schuin oplopend toevoerdoek wordt het gewas door het doek naar boven en daar met behulp van een strovleugel of een tweede doek in de dorsorganen gebracht, fig. 50. Verder werkt dit type machine overeenkomstig het hierboven behandelde systeem.
Het platform van de Claas Super, fig. 51, heeft veel overeenkomst met een binderplatform. Het doorlopende platformdoek brengt het gewas in de dorsorganen. Na uitdorsen werpt de dorstrommel het langstro, e.d. op de hoog gelegen werpschudder. De reiniging werkt volgens het normale systeem.

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina