Nederlandse index
Homepage
English index

 

vorentrekkers

Er zijn voor de verschillende grondsoorten ook verschillende vormen vorentrekkers ontworpen. Voor kleigronden wordt een steilstaande vorentrekker gebruikt, fig. 17. Zo is het aanrakingsoppervlak met de grond klein, waardoor de vorentrekker goed in de grond kan dringen. Voor lichte losse gronden wordt een vorentrekker met een schuinstaande voorkant, die een groot draagvlak heeft, gebruikt, fig. 18. Daar zelfs dergelijke vorentrekkers nog wel eens te diep wegzakken worden zij wel met sleepvoetjes uitgerust, fig. 19. Voor zware gronden worden de vorentrekkers soms nog van druk- of trekveren voorzien om het zaad diep genoeg te kunnen zaaien. Trekveren hebben het nadeel ten opzichte van drukveren, dat de veerkracht op den duur sterk kan verminderen. De scharnierpunten van vorentrekkers voor zwaardere gronden zijn meestal wat zwaarder uitgevoerd dan die voor lichtere gronden, terwijl er in het eerste geval bovendien wel een zijdelingse geleiding wordt toegepast, fig. 17, die zijdelingse speling moet opheffen. Men kan als er daarvoor niet voldoende zaaihuisjes aanwezig zijn voor het zaaien van vlas dubbele zaaikouters aanbrengen, fig. 20. Deze hebben het nadeel, dat de verdeling tussen de beide helften door scheef staan van de machine wordt beïnvloed. Op ronde akkers kan dit hinderlijk zijn.

fig. 15-III    Telescooppijp       fig. 16-III   Spiraalpijp

 

fig. 17-III      Vorentrekker voor kleigrond

fig. 18-III     Vorentrekker voor zandgrond

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina