Nederlandse index
Homepage
English index

 

De bodem van de bak bestaat uit een gietijzeren plaat met halfronde openingen, fig. 2. Hieronder passen schotels, die voor ongeveer de helft buiten de bak steken. De schotels, met een diameter van 30-40 cm zijn aan de onderkant voorzien van een tandkrans, fig. 3. In deze tandkrans grijpt een wormwiel. De as hiervan wordt via tandwielen door een loopwiel van de strooier of door een trekkerwiel aangedreven, fig. 4. Het is mogelijk de as met de wormwielen door het verwisselen van tandwielen of door het inschakelen van een andere overbrenging verschillende snelheden te geven. Boven het buiten de bak stekende deel van de schotels is een as, de egelas, aanwezig, waarop uitwerpers zijn gemonteerd. Men heeft zowel strooiers met één als met twee stel uitwerpers per schotel. De uitwerpers draaien tussen afstrijkers door, fig. 5. De afstrijkers zorgen ervoor, dat de bij een bepaalde stand van de afsluitplaat naar de uitwerpers aangevoerde hoeveelheid meststof zo gelijkmatig mogelijk is.
De te verstrooien hoeveelheid wordt met de verstelbare afsluitplaat en het toerental van de schotels geregeld. Er zijn schotelstrooiers voor dierlijke- en mechanische tractie. Voor trekkers zijn er zowel aanbouw- als aanhangstrooiers in verschillende werkbreedten. Bij bredere machines wordt een groter aantal schotels toegepast. De werkbreedte per schotel bedraagt ca. 38 cm Het is bij aanbouwstrooiers evenals bij aanbouwzaaimachines van belang, dat zij grote wielen hebben. Hoe groter de wielen, hoe minder de machine schokt en hoe kleiner de kans op wielslip.

afstelling en onderhoud

De afsluitplaten voor de hoeveelheidsregeling worden centraal bediend. Hoe verder de platen open staan hoe meer er wordt gestrooid. Verder is het, zoals gezegd mogelijk de schotels sneller en langzamer te laten draaien. Meestal kan men de schotels drie of vier ver-

 

 

 

 

fig. 4-II      Aandrijving schotelstrooier voor
                 driepuntsbevestiging

schillende toerentallen laten maken. Bij machines met een grote werkbreedte wordt vaak een tweedelige aandrijfas toegepast.
Men moet, omdat er in de draaipunten van de afsluitplaten ruimte kan komen, van tijd tot tijd nauwkeurig controleren of alle afsluitplaten nog even ver van de schotels verwijderd zijn. Het kan verder voorkomen dat de schotels of het asje ervan gesleten zijn, zodat de schotels niet alle even ver van de uitwerpers staan. Ook dit moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en zo nodig bijgesteld. Versleten en daardoor te kort geworden uitwerpers worden uiteraard door nieuwe vervangen. Bij een oliebadaandrijving is het nodig de olie elk jaar te verversen. Na beëindiging van het werk moet de strooier met afgenomen schotels grondig worden gereinigd.
Bij het strooien van kalkmergel moet men letten op eventueel optredende brugvorming in de bak. Dit komt vooral bij typen zonder roerinrichting voor. Heeft men de beschikking over een tweede man dan kan men deze brugvorming bij sommige trekkermachines tegengaan door met een stok in de bak te roeren. Voor het strooien van kalkstikstof wordt een speciaal tandwiel op de egelas gemonteerd, zodat die het drievoudige toerental maakt.


fig. 2-II      Bodemplaat schotelstrooier (Scotella)


fig. 3-II      Schotel schotelstrooier (Scotella)

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina