Nederlandse index
Homepage
English index

 

hoofdstuk II

kunstmeststrooiers

inleiding

In de landbouw worden kunstmeststoffen in verschillende vorm gebruikt. Zo kent men kunstmest als korrels, als poeder, als kristallen en als vlokken. Deze meststoffen zijn in het algemeen hygroscopisch, de één uiteraard sterker dan de ander. Men moet ondanks deze vaak grote verschillen met een kunstmeststrooier toch alle voorkomende meststoffen kunnen uitstrooien. Dit maakt, dat men aan kunstmeststrooiers een aantal eisen moet stellen, o.a.:
a. De te strooien meststof moet zowel in de lengte als
    in de breedterichting regelmatig over het veld kunnen
    worden verdeeld.
b. De strooier moet gemakkelijk en eenvoudig zijn te
    bedienen.
c. De strooier moet in staat zijn hoeveelheden, variërend     van 100-1000 kg per ha te kunnen verstrooien. Voor     het strooien van kalkmeststoffen moetde bovengrens     nog beduidend hoger liggen.
d. De strooier moet op eenvoudige wijze geheel kunnen
    worden gereinigd, dus ook de onderdelen van het
    strooimechanisme. Het laatste houdt in, dat de onder-

 

 

 

    delen gemakkelijk toegankelijk en gemakkelijk     demontabel moeten zijn.
e. De strooier moet zo licht mogelijk zijn en een grote     uurcapaciteit hebben.
Het laatste punt is de hoofdoorzaak van het feit, dat de interesse enigszins van de kunstmeststrooiers met brede bak naar die met smalle bak, dus de centrifugaal- en pendelstrooiers is verlegd.

 

 


§ 1 kunstmeststrooiers met brede bak

 

De schotelstrooier voldoet vrij goed aan alle eisen behalve de laatste en wordt dan ook veel gebruikt. Hij bestaat uit een houten bak met trapezium vormige doorsnede, fig. 1.

fig. 1-II      Overzicht schotelstrooier (Scotella)

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina