Boven aan het rooster vallen de aardappelen op een schuin naar beneden gerichte glijgoot, of op een horizontaal, haaks op de rijrichting gemonteerd tweede kettingrooster die de aardappelen, zonder grond, in langsrijen op het veld terug legt, fig. 12. Om beschadiging van de aardappelen zoveel mogelijk te voorkomen worden de roosterstaven van dit laatste rooster met rubber of plastic bekleed. Er bestaan ook voorraadrooiers gebouwd volgens hetzelfde principe in tweerijige uitvoering.
Ook hierbij zijn een brede schaar en een één- of tweedelig kettingrooster de belangrijkste werkende bestanddelen. Tweerijige voorraadrooiers hebben in de regel een gedeelde opvoerketting waarbij het eerste deel de aardappelrug opvoert en het tweede, meer horizontale deel, de grond verder uitzeeft. In de regel is bij een tweerijige machine aan de achterkant aan weerszijden van de machine een glijrooster aangebracht, zodat de aardappelen van beide rijen samen in een langsrij midden achter de machine op de grond worden gelegd. Een bepaald type tweerijige voorraadrooier is aanzienlijk korter gebouwd, en heeft achter de rooischaar slechts een korte brede roosterketting. De aardappelen worden met dit type machine minder van grond gezuiverd, ze hebben minder kans op beschadiging maar het oprapen zal iets meer tijd vragen. Dit type machine wordt aan de driepunthefinrichting van de trekker gemonteerd.

d. eenvoudige verzamelrooiers

De eerste aardappelrooimachines waarmee de aardappelen werden verzameld waren ontwikkeld uit de normale voorraadrooiers met roosterketting. Op deze machines werd achter de opvoerketting een tweede ketting en een opzakinrichting gebouwd of ook wel een elevator en een schudhor met een opzakinrichting, fig. 13.
Door op de machine meerijdend personeel moest dan bij de tweede ketting of bij de schudhor het aardappelloof worden afgeraapt. Een extra man bij de opzakinrichting zorgde voor het verwisselen van de zakken en het neerzetten van de volle zakken naast de machine op het veld. De zakken komen met deze machine verspreid op het veld te staan en het later verzamelen en het transport kost extra arbeid. Ook in dit type machines bestaan diverse variaties. Sommige gebruikers hebben de tweede ketting extra lang gemaakt.
Achter de rooimachine wordt dan een wagen gekoppeld en de opzakinrichting bevindt zich dan onder de lange ketting boven de voorkant van de wagen, fig. 14. Andere gebruikers hebben achter de rooimachine een rijdend platform bevestigd. Hierop kunnen de volle zakken worden verzameld tot het eind van de akker, fig. 15. Thans wordt in dit type rooimachine ook wel een loofrol ingebouwd waardoor een groot deel van het aardappelloof automatisch uit de machine wordt verwijderd.