Nederlandse index
Homepage
English index

 

- 32 -

Storing
Oorzaak
Opheffen
De oliedruk valt weg
Het oliepeil van de motor staat te laag.
Motorolie bijvullen.
  Olieverlies aan de leidingen, schroefboutverbindingen en pakkingen. Alle leidingen op lekkage controleren en vooral de schroefboutverbindingen tussen de motor en oliedrukmeter natrekken.
     
De motor trekt onvoldoende De motor is te koud. In het koude jaargetijde het koeloppervlak verkleinen.
  Verstuivers werken niet afdoende. Verstuivers in de werkplaats laten controleren.
De koppeling slipt Koppelingspedaal heeft te weinig vrije slag. Vrije slag van de koppeling bijstellen
Voering van de koppelingsplaat versleten. Voering laten vernieuwen. Het koppelingspedaal niet als voetsteun gebruiken. De koppeling niet slippend en stotend op laten komen.
Storingen in de electrische installatie (verlichting, claxon, enz. valt uit) Zekering doorgebrand. Zekering vernieuwen. (oorzaak zoeken)
Zie blz. 38

 

- 33 -

Storing
Oorzaak
Opheffen
Het laadcontrolelampje (rood) gaat bij ingestoken contactsleutel niet branden
Losse kabelverbinding. Defect lampje.
Kabelverbindingen controleren. Lampje vernieuwen.
     
Laadcontrolelampje gaat bij verhoogd toerental niet uit. Dynamo werkt niet. Electr. installatie in de werkplaats laten controleren. Geen zekeringen of draden oplappen. Tijdens de werkzaamheden de min-kabel van de acuu los maken.
     
De hefinrichting heft niet Te weinig olie in het reservoir. Motorolie bijvullen.
  Motortoerental is te laag. Toerental verhogen.
  Foutieve stand van het antislip-ventiel. Antislip-ventiel moet geheel gesloten zijn.
(Zie blz. 13)

 

 

Vorige pagina

Start van de handleiding

Venster sluiten

Volgende pagina